Turning wounds into wisdom
Wat leuk dat je er bent.
Altijd gezocht/gevraagd naar bevestigingen.
LEVEND voor de goedkeuring van anderen.
Gevangen in de drang om gezien en gehoord te worden, terwijl je van binnen langzaam ‘af sterft’.
Een akelig gevoel. Been there…
Jarenlang lachte ik de leegte weg. Tot het niet meer ging. Tot ik brak. En vanaf daar begon alles.
Mijn (Indonesische) opvoeding bracht me prachtige waarden, maar ook patronen, overtuigingen en generatie-trauma’s die me klein hielden en leerden mijn verdriet, pijn, wrok en woede te verzwijgen. Met deze patronen had ik anderen gekwetst/gekrenkt. Het is een patroon dat ik van jongs af aan heb meegekregen, en dat ik lange tijd niet wilde inzien. Vroeger gaf ik de wereld de schuld van mijn eigen worstelingen, zonder te beseffen hoe ik mezelf – maar ook anderen – daarmee in de weg zat. Maar nu kies ik voor openheid/transparantie — naar mezelf (en naar anderen).
Ik bedoel hiermee dat de fout niet altijd bij mij lag — absoluut niet.
Maar ik wist diep van binnen wél wat er in mij speelde. Toch koos ik ervoor om mijn kop in het zand te steken. In plaats van eerlijk te kijken naar mijn eigen wrok, ging ik – vaak zonder het door te hebben – anderen of omstandigheden de schuld geven. Door mijn onverwerkte verdriet en verzwegen pijn trok ik onbewust steeds weer vergelijkbare situaties en mensen aan. Alsof het leven me telkens dezelfde spiegel voorhield, tot ik er écht in durfde kijken.
En nope… dit doe ik niet voor iemand anders – wie dat ook mag zijn.
Want eerlijk is eerlijk: ik had mijn huis grotendeels op zand gebouwd. En diep van binnen wist ik dat het slechts een kwestie van tijd was voordat alles zou instorten. Ik koos ervoor om het stap voor stap opnieuw op te bouwen – stevig, echt en vanuit mijn eigen fundament.
En natuurlijk is dat proces nog steeds gaande. Zolang ik leef, zal ik momenten blijven hebben van vallen en weer opstaan — dat hoort bij ‘groeipijn’. Maar ik heb geleerd dat het echte verschil zit in de keuze om te WILLEN opstaan. Soms gaat dat met horten en stoten, soms met tranen, maar elke keer dat ik opsta, voel ik dat ik een stukje dichter bij mezelf kom.
Geen plek meer voor maskers.